Dit is een recept voor het verwerken van diverse soorten fruit, want dit recept kun je maken met bramen, kersen, rabarber, peren en in dit geval dus appel.
Ingrediënten:
175 gram suiker, 150 gram zachte boter. 4 eieren, sap en rasp van een halve citroen, 150 gram bloem, 10 gram bakpoeder [flinke theelepel], 600 gram fruit, 3 eetlepels custard en 50 gram suiker. Gebruik je appels, voeg dan gerust wat kaneel of kardemom toe.
Meng het gewassen en schoongemaakte, in stukken gesneden fruit [grove stukken] met het custardpoeder en de suiker in een grote bak. Roer dit goed om. Er ontstaat door het sap van het fruit een soort dunne vla onderin de bak. Dat is goed.
Klop de boter met de suiker luchtig wit. Voeg 1 voor 1 de eieren toe. Pas het volgende ei toevoegen als het ei daarvoor helemaal is opgenomen. Spatel dan de citroenrasp en het sap door het mengsel. Hierna spatel je ook de gezeefde bloem en het bakpoeder er doorheen.
Schep dit mengsel op een bakplaat/blik waarop je eerst een vel bakpapier hebt gelegd. Misschien heb je 2 vellen nodig, dit is afhankelijk van de grootte van jouw bakplaat/blik. Verdeel het goed en voeg nu de vruchten toe. Verspreid ze goed en schenk ook het vocht er overheen. Goed verdelen.
Dit bak je in een voorverwarmde oven van 180 graden in 30 minuten goudbruin.
Heerlijk op een regenachtig dagje met een dotje slagroom of vanillecrème. Ook lekker om je plaattaart te bestrooien met wat poedersuiker!