Gezien het mooie weer van gisteren begint het alweer een beetje te kriebelen om de moestuin in te duiken. Het duiken heb ik natuurlijk niet letterlijk gedaan, maar een rondgang leert dat je nooit te vroeg kunt beginnen. Een winterpauze is ook niet verkeerd, omdat je dan weer meer kunt genieten van de komst van het andere weer. Wat dat dan ook is. Maar ja zon = moestuin.
Je leert ook elk jaar weer wat bij en voor mij zijn dat de frambozen[struiken]. Iets waar ik het eerste jaar helemaal geen last van had, want er waren niet veel frambozenplanten. Omdat deze planten flink uit zichzelf gaan uitbreiden, ze noemen dat ook wel lopen, kom je ze om de haverklap tegen.
Ook het tweede- en derde jaar viel met dat niet zo op, met als resultaat dat wanneer het moestuinseizoen echt los gebarsten was, ik nog volop met de frambozenplanten aan het stoeien was. Ik heb in ieder geval al wel een lijstje gemaakt met werkzaamheden die ik februari af wil hebben. De frambozenstruiken indammen staat daar ook op, net als mest kruien en spitten. En ook al hoor ik regelmatig dat omwoelen voldoende zou zijn, een strak omgespit land ziet er ook gewoon mooi uit.
Ja, ik kan ook ontzettend genieten van strakke lijnen met opkomende plantenzaden. Het is bijna zielig dat je daar gelukkig van wordt. Maar ja, iedere gek zijn gebrek, denk ik dan.
Het spitten komt toch altijd wel als laatste op het lijstje. Soms komt dat vanwege het weer, de tijd die je hebt, maar meestal zijn het de woorden van mijn schoonvader [die er helaas niet meer is] die dan in mijn oor rondzweven:
“Nooit de kou in de grond werken”.
En zo is het!